top of page
  • Foto van schrijverCarolien Frijns

Niet alleen de mieren gaan op wandel

Ze houden hun hoofden wat schuin. Ze fluisteren.

‘Is het mijn panty?’ vraag ik.

Ze knikken.

‘Kunnen jullie het lezen?’

En ze ontcijferen. Iets in een rare taal, met diertjes.

‘Spreekt er iemand Spaans?’ vraag ik.

Ze schudden hun hoofd.

‘Las hormigas van de paseo’, zeg ik, ‘de mieren gaan op wandel’. Zoals we allemaal ons hele leven lang op wandel zijn, zo wandelen ze over mijn been.

Daar komen ze, de vragen en de verhalen, de anekdotes met een taalkundige hoek af.

En daar is ze, de verwondering, het er zijn, de wereld die inkrimpt tot ons moment.

Zo deed hij het dus, denk ik, echte verhalen vangen echte blikken.

En ik vertel. Over Spanje en dat ik er woonde. En hoe ik elf jaar geleden in Leuven strandde, nog voor mijn Spanje-tijd, en er de eerste weken niemand verstond (en andersom waarschijnlijk ook niet). En hoe mijn familie mij een Vlaming vindt en zij, mijn studenten, waarschijnlijk een Hollander. Taal en groepsverbondenheid. Groepsverbondenheid en taal.

De vragen. Hoe ik dan Spaans heb geleerd, hoe dat werkt, en had ik dan ook ooit een harde g zoals op de Nederlandse tv, en waarom nu niet meer, en waar ligt Kerkrade en hoe klinkt dat Kerkraads dan.

‘Daar heb ik Kerkrade voor nodig’, zeg ik. En dan nog is mijn Kerkraads belabberd, maar kom.

Nee, schudden hun hoofden, ze willen een woord. Eén woord waarmee ik groot ben geworden.

Oké, zeg ik, en ik zeg iets.

‘Wá is da, mevrouw? Is da Nederlands?’

‘Dat is Limburgs.’

‘Nummerplaat!’ roept een student. ‘Zo van op de auto!’

‘Nee’, zeg ik.

‘Hoe schrijf je dat?’ vraagt een andere student.

‘Geen idee’, zeg ik, ‘die woorden schrijf ik niet.’

‘Amai, da zal wel.’

‘Een nummerplaat?’ probeert iemand nog eens.

‘Nee’, zeg ik, ‘het is een vaatdoek’. En ik moet nadenken over een ander woord, want vaatdoek zeggen ze hier niet, dus ik geef een omschrijving. ‘Je weet wel, zo’n doek om je afwas mee af te drogen. Een theedoek. En in Spanje gebruiken ze die niet want daar verstoppen ze natte afwas op afdruiprekjes in keukenkastjes dus daar hebben ze dat woord eigenlijk bijna niet nodig. Daar droogt de lucht de afwas.’

Hoe het is om ergens aan te komen en te verdwalen. Dat deed ik in Spanje. En we deden het in de les. Ik zette een filmpje op in het Turks. Niemand begreep er iets van. Of toch. Een schoonmaakproduct? De Turkse Dettol? Zeep?

We zaten er allemaal naast. Maar we kwamen er. Met een taak. En met elkaar. Samen vonden we de woorden, en vonden de woorden ons.

Dat het een unieke was, dat wist ik wel, dat had de Barcelonese me beloofd. Ze verkocht enkel unieke panty’s, van Spaanse makelaardij. Maar dat-ie dit teweeg kon brengen.

De mierenpanty. En niet alleen de mieren gaan op wandel.

Featured Review
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Tag Cloud
bottom of page